Tussen 1960 en eindjaren ’80 hebben duizenden moeders hun baby afgestaan al dan niet vrijwillig. Moeders die het beste wensten voor hun kind, maar die zelf eerst door een hel zijn gegaan. Ze waren in blijde verwachting maar vreesden de woede van hun ouders, het geroddel van de buren, het nakijken van vriendinnen, het ’er niet meer bij horen’, de donderpreken van meneer pastoor over zonde en de duivel. Sociale hulp zoals wij die nu kennen was er helemaal niet.
Eind jaren zestig van de vorige eeuw kenden we de seksuele revolutie en in de jaren zeventig deed de pil zijn intrede. Doch in vele conservatieve en christelijke huishoudens bleef ’de pil’ het oorkussen des duivels en ongewenste zwangerschappen werden verdoezeld. Vele jonge moeders werden nog steeds gedwongen tot afstand van hun kind. En dit mede dank zij de Kerk en haar aanhang. Was het niet zo dat de Kerk het huwelijk beschouwde als een sacrament dat enkel diende voor de voortplanting en opvoeding van kinderen ? Was het niet zo dat Zij geboortebeperking en voorbehoedsmiddelen in de ban sloeg en nog steeds doen ?
In 1990 werd in België abortus gelegaliseerd, waardoor er minder kinderen werden afgestaan voor adoptie. Men moest dus andere markten aanboren en er werd meer gefocust op interlandelijke adopties waar moeders veelal hetzelfde lot ondergaan als de geboortemoeders in België in de vorige eeuw.
Een paar kilometer van mijn huis
Mijn opzoekingen zijn ontstaan na het lezen van het boek ’Kleine Zondaars, Kerk en kinderhandel’ van Carine Hutsebaut. Zij was een pionier die geen blad voor de mond nam als het over kindermisbruik ging. De problematiek van gedwongen afstand en -adoptie, die zij beschreef in het boek gebeurde enkele kilometers van mijn woonplaats en ik had er zelfs nooit van gehoord. Dat intrigeerde me enorm, zodat ik verder opzoekingen ging doen.
De malafide adoptiepraktijken konden decennia lang ongestraft gebeuren maar sinds het Vlaams decreet van 1989 dat de erkenning van adoptiediensten behandelt werden er meer en meer adoptiediensten afgebouwd.
Moeders hebben mij het volgende verklaard :
- "Toen ik in het tehuis Tamar verbleef waren er ongeveer vijftien meisjes. De meeste ongehuwde moeders werden via jeugdrechters geplaatst maar er waren ook meisjes die hun kind anoniem moesten afstaan, meestal onder druk van de familie."
- "Ik was geplaatst door de jeugdrechter. Er werd mij onmiddellijk bij aankomst een papier toegeschoven dat ik moest tekenen, ’een formaliteit’ zeiden de nonnen. Maar toen ik dit document begon te lezen merkte ik dat het de afstandverklaring betrof voor mijn baby. Ik weigerde te tekenen en werd er stante pede op gewezen dat ik verplicht was om dit document te tekenen. Niet tekenen betekende ook dat ik niet kon blijven. Wat ook gebeurde."
- "Op het moment dat ik in Tamar was bracht een meisje, een slachtoffer van incest, een baby ter wereld dat in een apart kamertje in leven werd gehouden. De moeder was amper 13 en wist niet eens dat ze bevallen was."
Een onduldbare situatie
Wat verstaan we onder malafide adopties en gedwongen afstand ?
Zwangere meisjes werden opgenomen in ’homes’ tijdens hun zwangerschap. Ze hadden geen zeggenschap over wat met hen verder zou gebeuren, ze hadden geen enkel recht maar moesten gehoorzamen aan het personeel van deze ’homes’. Na de bevalling werd de baby meestal onmiddellijk van de moeder gescheiden, vele moeders mochten hun baby zelfs niet zien en herinneren zich enkel de voetjes of het kruintje.
Indien de zwangerschap zeker niet mocht geweten worden en om er zeker van te zijn dat er nooit iets zou uitlekken werden de meisjes naar Frankrijk gebracht om daar anoniem (Sous-X) te bevallen. De baby kreeg drie voornamen en de identiteit van de moeder werd geheim gehouden. Artsen konden beslissen over de toekomst van het kind en wisten wel een echtpaar dat een kindje wilde.
Ook kon de baby overhandigd worden aan de toekomstige ’ouders’ door onderschuiving. Zo werd het kindje ingeschreven bij de burgerlijke stand alsof het hun eigen kind was.… Politici, artsen, sociale diensten, .... duwden de slachtoffers nog meer in een hoekje er was niemand die hen hielp. Dat kon zo niet.
Ik had tientallen in trieste verhalen gehoord van geboortemoeders, ik zag de wanhoop van geadopteerden die hun geboortefamilie niet kenden en besloot, dat ik er alles zou aan doen om hen erkenning te geven. Zij waren een vergeten groep slachtoffers die steeds tegen een dikke muur liepen tijdens hun zoektocht en helemaal geen hulp kregen van degenen die de gedwongen afstand van het kindje hadden bewerkstelligd.
- "Je kreeg een brief onder je neus geduwd die je moest tekenen omdat je je bagage diende op te bergen. Vele meisjes tekenden zonder te lezen en gaven daardoor toestemming tot afstand van hun baby."
- "Ze konden het niet laten van dagelijks de meisjes, inclusief mij, te vernederen en verwijten naar ons hoofd te slingeren. We waren marginalen, we waren niks gewoon, we hadden geen opvoeding gekregen, we waren sletten, wisten niet eens wie de vader was, enz..."
- "Ik zou nooit een goede moeder worden, ik dacht alleen maar aan seks en niet aan de gevolgen er van. Het ’schaap’ in mijn buik zou geen leven hebben bij een meisje zoals ik, ik kon nog niet voor mezelf zorgen. Mijn ouders waren niet veel beter want anders zou hun dochter niet weggelopen zijn. Dat waren woorden die ik dagelijks te horen kreeg."
Een vereniging voor de verdediging van rechten
Twee verzoekschriften aan het Vlaams Parlement leverde niets op en besefte ik goed hoe het voelde als je de deur tegen je neus kreeg. Hoe moeten de slachtoffers zich niet gevoeld hebben die om hulp vroegen maar die niet kregen.
Door mijn onderzoek naar deze malafide adoptiepraktijken werd in de tweede helft van 2014 Mater Matuta vzw opgericht1. De vereniging bestond uit geadopteerden, een geboortemoeder, een dochter van een mesties en mezelf en heeft nog steeds tot doel om op te komen voor de rechten van slachtoffers van malafide adopties.
Weer een verzoekschrift verder aan het Vlaams Parlement mochten er slachtoffers komen getuigen.
De moedige bestuursleden van Mater Matuta vertelden hun levensverhaal aan de parlementsleden die met ogen vol ongeloof aandachtig luisterden. Dit hadden ze nog nooit gehoord. Niet enkel de slachtoffers mochten hun verhaal doen, er kwamen nog andere partijen aan de beurt waaronder de afgevaardigde van de Kerk, die de verhalen van de slachtoffers nuanceerde met behulp van een gepensioneerd psycholoog van één van de voormalig tehuizen met Christelijke invloed. De verhalen van de slachtoffers waren het gevolg van een niet afgesloten verwerkingsproces.
Officiële excuses
De parlementsleden hebben hier met afschuw op gereageerd en tot slot heeft de Kerk haar excuses toch aangeboden aan de slachtoffers samen met de excuses van het Vlaams Parlement. Het gevolg van deze excuses was dat er een expertenpanel werd opgericht die de problematiek van gedwongen afstand/-adoptie zou onderzoeken. Mater Matuta heeft hierop aangedrongen dat ook zij inspraak hadden op de besluiten. En zo gebeurde het.
Dat eindrapport “Wegen tot erkenning en herstel bij gedwongen adopties” bevat een reeks beleidsaanbevelingen, waaronder o.m. het aanbieden van zijn verontschuldigingen door het Vlaams Parlement omdat de overheid veel te laat heeft gereageerd. (…) Een van de aanbevelingen t.a.v. de regering luidt dan ook als volgt : “een tastbare herinnering organiseren aan de geschiedenis van adoptie – met aandacht voor gedwongen adoptie – en aan de geschiedenis van de metiskinderen, bijvoorbeeld via een tentoonstelling binnen de geschiedenis van de jeugdzorg”. Om in deze context een krachtig signaal van erkenning van de slachtoffers en overlevers van de gedwongen adoptie te geven, zal het Vlaams Parlement op 24 november 2015 (…) zijn excuses aanbieden. De brief die deze excuses formuleert zal bovendien een zichtbare plaats krijgen in het Vlaams Parlement. Als permanent teken van verontwaardiging. Als een blijvende oproep om niet te vergeten.
N.a.v. de excuses van het Vlaamse parlement aan de slachtoffers van gedwongen adoptie, stuurden de Vlaamse bisschoppen een persbericht uit 24 november 2015 : Samen met het Vlaamse Parlement boden ook de Vlaamse bisschoppen, namens de katholieke kerkgemeenschap, hun excuses aan aan de slachtoffers van gedwongen adopties. (…) Wij erkennen het leed dat vele geboortemoeders en adoptiekinderen moeten dragen. Wij willen dat leed helpen lenigen, onder andere door mee op zoek te gaan naar beschikbare informatie. (…) De vitale verbondenheid tussen een moeder en haar kind is zo sterk dat iedere breuk in deze relatie als een levenslange kwetsuur aanvoelt. Waar mogelijk willen wij deze kwetsuur helpen helen. Wij roepen alle kerkelijke instellingen of verantwoordelijken op om daaraan mee te werken. (….)’
Nieuwe uitdagingen
Mater Matuta wacht nu nog op een afstammingscentrum en DNA-databank dat eind dit jaar zou worden opgericht. De onderzoeken hierop zijn nog volledig bezig. Hier kunnen zowel biologische ouders als geadopteerden hun DNAstalen afgeven die een match kunnen leveren. Deze DNA-databank zou ook een grote hulp zijn voor de donorkinderen die op zoek zijn naar hun roots.
Ook de mestieskinderen werden door Mater Matuta niet vergeten en door onze push hebben zij zich terug verenigd en hebben ook verhaal gehaald bij het federaal parlement.
Gebeurde deze malafide adopties enkel in Vlaanderen ? Natuurlijk niet, daarom dat ook vele Waalse moeders en geadopteerden ons aanschrijven. Waar kan Mater Matuta nu nog hulp bieden aan de slachtoffers ? Wij zijn een luisterend oor voor allen die een zoektocht willen beginnen en wij verwijzen hen door met de nodige informatie naar de instanties.
Mater Matuta kijkt ook met arendsogen naar de interlandelijke adopties samen met andere klokkenluiders en kaart onregelmatigheden aan. Bij interlandelijke adopties gebeurt het nu nog steeds dat kinderen ontvoerd worden voor adoptie, dat biologische ouders wordt voorgelogen dat hun kind beter af is in een instelling waar ze onderwijs krijgen maar infeite klaargemaakt worden voor interlandelijke adopties. Een voorbeeld uit Nederland De grootste adoptiedienst van Nederland ’Wereldkinderen’ stopte in september 2009 met adopties uit Ethiopië omdat na onderzoek bleek, dat de achtergrondgegevens van de kinderen niet altijd dezelfde waren als die in de dossiers. Moeders en of vaders bleken nog te leven terwijl ze in de dossiers ’overleden’ waren verklaard.
Ook draagmoederschap vormt een nieuw risico : In België is het draagmoederschap niet toegelaten, maar er is ook geen wet die het verbiedt. De Belgische wetgeving schrijft immers voor dat de naam, voornamen en adres van de moeder op de geboorteakte moeten vermeld worden zodat de moederlijke afstamming van het kind zal vaststaan op dit document. Zelfs op internet vindt men oproepen voor draagmoeders en bieden draagmoeders zich ook aan. Hier gaat het dus niet meer over niet-commercieel draagmoederschap, maar is er wel degelijk geld mee gemoeid.
Dit is een heel kleine greep uit de adoptieschandalen van de voorbije jaren. Geboortemoeders worden aanzien als baarmoeders van baby’s die kunnen verkocht worden voor interlandelijke adopties.
Moeten Westerse wensouders hun kinderwens niet beter benutten om de kinderen in hun thuisland te laten in hun eigen familiaal midden en in hun eigen cultuur en hen daar de nodige hulp verstrekken ? Want zolang men niet kan bewijzen dat de kinderen echte wezen zijn, zonder enige familie, moet men steeds in het achterhoofd houden dat dit kind kan ontvoerd zijn, wat ook de legale instanties beweren.